(Be)Leef in de wijk – RAAK Publiek

Een onderzoek van:

drs. Manon Verdonschot, dr. Lieke Brauers, dr. Anna-Eva Prick, Marcella Winkelmolen-Hodiamont MSc, Barbara Krantz MA, BC-MT

(BE)LEEF IN DE WIJK – RAAK PUBLIEK

Hoe kunnen vaktherapeuten meer structureel samenwerken met andere zorgprofessionals? Dit was de belangrijkste vraag in het (Be)Leef in de wijk.

Vaktherapie is een behandelvorm voor mensen met een psychische aandoening of psychosociale problematiek. Voorbeelden hiervan zijn angstklachten, gedragsproblemen, trauma of verliesverwerking. De term ‘vaktherapie’ is de overkoepelende naam voor beeldende therapie, danstherapie, dramatherapie, muziektherapie, psychomotorische therapie, psychomotorische kindertherapie en speltherapie.

Vaktherapeuten in de wijk hebben behoefte om hun expertise en aanbod meer, laagdrempeliger en efficiënter inzetten in de eerstelijnszorg. Door de inzet van vaktherapie afgestemd op de behandeling en begeleiding van andere (in)formele zorgverleners in de wijk kunnen mensen met psychische of psychosociale problematiek beter geholpen worden. In de eerstelijnszorg werken vaktherapeuten veelal op het grensvlak van activiteitenbegeleiding, culturele activiteiten en therapeutische behandeling en bieden hiermee een laagdrempelig en toegankelijk behandelaanbod voor kwetsbare mensen. Ze ervaren dat hun cliënten door hun aanpak een positieve ontwikkeling doormaken. Vaktherapeuten geven aan dat ze als therapeut een stevig visitekaartje willen afgeven van hun meerwaarde, ondersteund door wetenschappelijk bewijs (Verdonschot et.al., 2018). Ook geven de therapeuten aan dat ze steeds vaker gevraagd worden door verenigingen, welzijns- en zorgorganisaties om vanuit laagdrempelige activiteiten toe te werken naar een therapeutische aanpak gericht op structurele problematiek. Echter vaak zijn dit losse initiatieven. Vaktherapeuten vragen zich dan ook af hoe ze deze vormen van eerstelijns samenwerking met andere eerstelijns zorgverleners meer structureel vorm kunnen geven om mensen met psychische of psychosociale problematiek beter te kunnen helpen. Hierbij is een sterke behoefte aan kennis en producten die onderbouwd ingezet kunnen worden om deze structurele samenwerking in de eerstelijnszorg te realiseren. Uit interviews met verwijzers, zoals huisartsen en psychologen, komt naar voren dat verwijzers vaak goed weten hoe ze een cliënt naar fysiotherapie of ergotherapie kunnen verwijzen. Hoe door te verwijzen naar vaktherapie is minder duidelijk. Teamleiders en directeuren geven aan dat er in de zorg voor mensen met LVB onvoldoende beeld is van wat er via vaktherapie precies bereikt kan worden.

Maar ook vaktherapeuten die werken bij een zorginstelling, zoals de zorg voor mensen met LVB, geven aan dat om te kunnen samenwerking met andere zorgverleners steeds meer behoefte is aan wetenschappelijk onderbouwing van hun handelen. Met deze onderbouwing kunnen ze beter naar andere zorgverleners communiceren bij welke hulpvragen vaktherapie geïndiceerd kan worden.

Tot nog toe wordt er nog weinig onderzoek gedaan naar vaktherapie bij mensen met LVB. Echter, het beperkte onderzoek dat er is verricht naar de effecten van vaktherapeutische interventies laat een veelbelovend beeld zien met een breed arsenaal aan positieve effecten. Ook blijkt uit eerder onderzoek dat verwijzers vaak goed weten hoe ze een cliënt naar fysiotherapie of ergotherapie kunnen verwijzen. Hoe door te verwijzen naar vaktherapie is minder duidelijk. Teamleiders en directeuren geven aan dat er in de zorg voor mensen met LVB onvoldoende beeld is van wat er via vaktherapie precies bereikt kan worden.

Op deze vragen is in het project ‘(Be)Leef in de wijk’ antwoord gezocht middels twee deelonderzoeken. Hieronder in het kort de inhoud van elke deelonderzoek.

DEEL 1 In het kort (2015 – 2017)

Flyer project deel 1.

Deel 1 van het onderzoek (Be)Leef in de wijk is gestart in 2015. Vaktherapeuten/zorgprofessionals en (docent)onderzoekers van een consortium bestaande uit Idris, STEVIG, Koraal Groep, Trimbos Instituut, Zuyd Hogeschool, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en NHL-Stenden Hogeschool, hebben op een kwalitatieve wijze onderzocht hoe vaktherapeuten meer structureel kunnen samenwerken met ambulante (GGZ) behandelteams. Een eerste aanzet werd gemaakt met een kader voor samenwerking tussen vaktherapeuten en (FACT-LVB) behandelteams, die interprofessionele zorg en ondersteuning bieden aan mensen met een LVB in hun eigen leefomgeving (Berghs et.al., 2018). Het samenwerkingskader bevat de volgende elementen: 1) de werkwijze waarin o.a. de plek van de vertegenwoordiger van vaktherapeuten in een team en de rol en bijbehorende competenties worden geconcretiseerd; 2) de voorwaarden voor structurele samenwerking; 3) indicaties voor vaktherapie bij mensen met een LVB (Verdonschot et.al., 2017: Berghs et.al., 2018). Deze indicaties zijn gebaseerd op het in het project (Be)Leef in de wijk ontwikkelde indicatiemodel (Verdonschot et.al., 2016).
De eerste ervaringen met dit samenwerkingskader binnen (FACT-LVB) behandelteams toont dat deze samenwerking als waardevol wordt ervaren door vaktherapeuten en alle andere zorgprofessionals. Door deze manier van samenwerken wordt in een eerder stadium en meer in overleg nagedacht over behandelindicaties en op welke locatie en in welke fase van het behandeltraject vaktherapie het beste kan worden aangeboden. Dit kader werd specifiek ontwikkeld voor toepassing binnen (FACT-LVB) behandelteams en gaat uit van een groep samenwerkende vaktherapeuten en een georganiseerd multidisciplinair team.

Nieuwe praktijkvragen
Bij behandeling in de leefomgeving zijn structuren -zoals een (FACT-LVB) behandelteam biedt- vaak niet aanwezig. Hulpverleners werkzaam in de leefomgeving geven aan dat het samenwerkingskader niet één op één kan worden toegepast voor samenwerking in de leefomgeving. Formele hulpverleners zoals vaktherapeuten, psychologen, maatschappelijk werkers en jeugdwerkers werken in die leefomgeving veelal vanuit individuele praktijken en hebben zich vaak niet verbonden in teams. Ook zijn informele hulpverleners, zoals familie, vrienden, buurtbewoners, aanwezig in de leefomgeving en spelen een rol in het leven van mensen met een f in de hulpverlening. Meer kennis over factoren en voorwaarden die invloed hebben op vaktherapeutische interventies in de leefomgeving en samenwerking met deze (in)formele hulpverleners is noodzakelijk om goeie (vaktherapeutische) zorg en begeleiding in de leefomgeving te realiseren. Hiertoe start in juli 2019 deel 2 van het onderzoek.

DEEL 2 in het kort (2019 – 2021)

Flyer project deel 2.

Vrijgevestigde vaktherapeuten geven aan dat ze behoefte hebben aan een infrastructuur om samenwerkingsverbanden op te zetten. Door de inzet van vaktherapie afgestemd op de behandeling en begeleiding van andere (in)formele zorgverleners in de eerste lijn kunnen mensen met psychische of psychosociale problematiek beter geholpen worden. Een aangepast samenwerkingskader om structurele samenwerking te realiseren tussen vaktherapeuten en (in)formele zorgverleners in de eerste lijn is essentieel. Evenals do en don’ts voor structurele samenwerking. Hieraan hebben vaktherapeuten/zorgprofessionals en (docent)onderzoekers van een consortium, bestaande uit STEVIGCoöperatie Vakwerk NijmegenNetwerk vaktherapeuten Zuid-Limburg, Zuyd Hogeschool en Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, gewerkt in deel 2 van het onderzoek (Be)Leef in de wijk. Deel 2 van het onderzoek is in juli 2019 gestart.

Om inzicht te krijgen in de do’s en don’ts van structurele samenwerking zijn in “DEEL 2 (Be)Leef in de wijk” individuele interviews gehouden. Diverse zorgverleners in de eerstelijn zijn bevraagd naar redenen voor doorverwijzing of samenwerking naar vaktherapie en wat er nodig is om gerichter door te verwijzen naar vaktherapie. Met de verkregen data uit de interviews zijn vijf onderwerpen geïdentificeerd die belangrijk zijn voor duurzame samenwerkingsrelaties tussen vrijgevestigde vaktherapeuten en eerstelijns zorgverleners. Deze onderwerpen zijn gebruikt voor het ontwikkelen van vijf informatiekaarten. Elke informatiekaart licht een aspect van samenwerking uit met de daarbij bijbehorende do’s en don’ts. Aan de informatiekaarten zijn vlogs gekoppeld die inzoomen op delen van de informatiekaart en deze middels voorbeelden verhelderen.

Vaktherapeuten die werken met mensen met LVB geven aan dat ze als therapeut naar verwijzers en samenwerkingspartners een stevig visitekaartje willen afgeven van hun meerwaarde gesteund door wetenschappelijke evidence: “We willen de effecten van onze aanpak graag middels onderzoek aantonen, zodat het voor verwijzers duidelijker wordt wanneer en waar vaktherapie te indiceren.” Om effecten te kunnen aantonen is in “DEEL 2 (Be)Leef in de wijk” middels een N=1 studie onderzocht bij welke indicaties vaktherapie effectief kan worden ingezet bij mensen met LVB. Het doen van N=1 onderzoek bij mensen met LVB bleek lastig. Middels een procesevaluatie zijn succes- en faalfactoren van dit type onderzoek bij LVB inzichtelijk gemaakt. De resultaten zijn beschreven in een rapportage (Verdonschot, et.al., 2022). Vanwege het tegenvallend aantal deelnemers met een LVB aan het onderzoek kunnen er geen harde uitspraken gedaan worden over de effectiviteit van vaktherapie bij deze doelgroep. Wel zijn de eerste inzichten over de meerwaarde op basis van het N=1 onderzoek beschreven in een rapportage (Nyssen, et.al., 2022)

PRODUCTEN

Dit zijn de onderwerpen van elke informatiekaart:

  1. Profilering van de vaktherapeut (Informatiekaart Win Win). Bij deze informatiekaart horen twee vlogs. In de Vlog ‘Win-win’ wordt nog iets verder ingegaan op het onderwerp profileren. In de Vlog ‘Bewezen strategie’ wordt nog iets verder ingegaan op het bewust zijn van een strategie om wel of niet te specialiseren.
  2. Promotie van de meerwaarde van het vak (Informatiekaart Promotie). Bij deze informatiekaart hoort de vlog ‘Promotie’.
  3. Sociale kaart (Informatiekaart Sociale kaart) Bij deze informatiekaart hoort de vlog ‘Sociale kaart’
  4. Duurzame samenwerking (Informatiekaart Duurzame samenwerking) deze informatiekaart hoort de vlog ‘duurzame samenwerking’
  5. Zicht op vergoedingsmogelijkheden (Informatiekaart Financiering)

VLOGS

Gedurende het project zijn alle betrokkenen op de hoogte gehouden middels nieuwsbrieven en vlogs:

VLOG #1 d.d. 23 december 2020 (Een terugblik naar het ontstaan van het project Be(Leef) in de wijk en een korte stand van zaken).

VLOG #2 d.d. 4 februari 2021 (Een toelichting op de gehanteerde dataverzamelingsmethode middels PsyMate bij het N=1 onderzoek).

VLOG #3 d.d. 25 februari 2021 (Een toelichting op wat deelname aan het N=1 onderzoek inhoudt).

VLOG #4 d.d. 30 juni 2021 (Maaike de Groen vertelt waarom deelname aan het project zinvol is).

VLOG #5 d.d. 15 november 2021 (Het belang van literatuuronderzoek).

VLOG #6 d.d. 16 december 2021 (een toelichting op het deelonderzoek vaktherapeutische samenwerking in de wijk)

PUBLICATIES

2022

  • Brauers, L., Nyssen, V., Verdonschot, M., Winkelmolen, M., der Kinderen, L., Merlijn, A., Prick, A.E. (2022). Onderzoeksresultaten van het project (Be)Leef in de wijk. Een onderzoek naar do en don’ts voor samenwerking tussen vrijgevestigde vaktherapeuten en andere eerstelijns zorgverleners in de wijk. Heerlen: Zuyd Hogeschool, Lectoraat Kennisontwikkeling Vaktherapieën (KenVaK).
  • Nyssen, V., Brauers, L., Verdonschot, M., Krantz, B., Prick, A.E. (2022). Onderzoeksresultaten van het project (Be)Leef in de wijk. Voorlopige resultaten van een N=1 studie naar de effecten van vaktherapie bij mensen met een licht verstandelijke beperking. Heerlen: Zuyd Hogeschool, Lectoraat Kennisontwikkeling Vaktherapieën (KenVaK).
  • Verdonschot, M., Brauers, L., Nyssen, V., Krantz, B., Prick, A.E. (2022). Onderzoeksresultaten van het project (Be)Leef in de wijk. Uitkomsten van een procesevaluatie naar de onderzoeksmethode N=1 bij mensen met licht verstandelijke beperkingen. Heerlen: Zuyd Hogeschool, Lectoraat Kennisontwikkeling Vaktherapieën (KenVaK).
  • KenVaK (2022). Handvaten voor vrijgevestigde vaktherapeuten voor het opzetten van samenwerking met doorverwijzers en samenwerkingspartners. Informatiekaart 1: win-win. Heerlen: Zuyd Hogeschool, Lectoraat Kennisontwikkeling Vaktherapieën (KenVaK).
  • KenVaK (2022). Handvaten voor vrijgevestigde vaktherapeuten voor het opzetten van samenwerking met doorverwijzers en samenwerkingspartners. Informatiekaart 2: Promotie. Heerlen: Zuyd Hogeschool, Lectoraat Kennisontwikkeling Vaktherapieën (KenVaK).
  • KenVaK (2022). Handvaten voor vrijgevestigde vaktherapeuten voor het opzetten van samenwerking met doorverwijzers en samenwerkingspartners. Informatiekaart 3: Sociale Kaart. Heerlen: Zuyd Hogeschool, Lectoraat Kennisontwikkeling Vaktherapieën (KenVaK).
  • KenVaK (2022). Handvaten voor vrijgevestigde vaktherapeuten voor het opzetten van samenwerking met doorverwijzers en samenwerkingspartners. Informatiekaart 4: Duurzame samenwerking. Heerlen: Zuyd Hogeschool, Lectoraat Kennisontwikkeling Vaktherapieën (KenVaK).
  • KenVaK (2022). Handvaten voor vrijgevestigde vaktherapeuten voor het opzetten van samenwerking met doorverwijzers en samenwerkingspartners. Informatiekaart 5: Financiering. Heerlen: Zuyd Hogeschool, Lectoraat Kennisontwikkeling Vaktherapieën (KenVaK).
  • Bos, H. (2022). Vertel me wat ertoe doet! Een kwalitatief survey-onderzoek naar de ervaren effecten van volwassenen met een licht verstandelijke beperking in dramatherapie. HAN Opleiding: Vaktherapie Drama.

2021

2020

2019

2018

2017

2016

  • Janssen, I. (2016). Met je gitaar de wijk in. Bachelor thesis.
  • Mol, I. (2016). Dramatherapie in de keuken. Bachelor thesis.
  • Ten Kleij, R. (2016). Psychomotorische therapie outreachend naar de cliënt. Bachelor thesis.
  • Van Hooren, S., De Witte, M., Didden, R., & Moonen, X. (2016). Vaktherapieën. In R. Didden, W. Groen, X. Moonen, & P. Troost. Psychische problemen van kinderen en jongvolwassenen met een LVB. Utrecht: de Tijdstroom.
  • Van Schijndel, I. (2016). Ik Ben! Bachelor thesis.
  • Verdonschot M., De Witte, M., Berghs, M., Bootsma M., Moonen, X. & Van Hooren, S. (2016). (Be)Leef in de wijk – Ontwikkeling van een vaktherapeutische wijkgerichte verwijs- en behandelroute voor mensen met een lichte verstandelijke beperking. Tijdschrift voor vaktherapie, 4 (12), 15-19.
  • Vorstenbosch, M. (2016). Psychomotorische therapie, beweging in de wijk. Bachelor thesis.

2015

 
 
© 2015 KenVaK